08 okt 2018 - Gent Timeau De Keyser

Etangs Noirs is de eerste langspeelfilm van de Belgische regisseurs Pieter Dumoulin en Timeau De Keyser. De film toont de zoektocht van Jimi (Cédric Luvuezo) naar een onbekende buurvrouw, Sayenna (Makvala Pirtskhalava-Sakhelashvili), wiens postpakket per ongeluk bij hem geleverd werd. Omdat de vrouw onvindbaar blijkt, spreekt Jimi haar buren aan. Uiteindelijk leidt Sayenna’s werkadres Jimi naar de metro. In deze chaotische omgeving wordt de zoektocht enkel moeilijker. Samen met Jimi kijkt de film mee naar de wereld waarin hij zich begeeft: eerst de Modelwijk in Laken (Brussel), later de rumoerige Brusselse metro. 
Etangs Noirs werd opgenomen in de Brusselse Modelwijk met acteurs uit deze wijk die met een bijzonder enthousiasme meegewerkt hebben aan de film. De hele opnameperiode werd gekenmerkt door een grote generositeit van alle medewerkers. De kleine ploeg en beperkte productiemiddelen zorgden er voor dat de makers wendbaar konden werken zonder het alledaagse leven in de wijk en de metro te verstoren. De echte reizigers in de metro werden figuranten, de appartementen van de bewoners in Modelwijk werden onze decors. Het is het vertrouwen in deze onverwachte omstandigheden dat deze fictiefilm radicaal in de werkelijkheid plaatst. Het resultaat is een film die dezelfde onverwachte generositeit en indringendheid als Jimi’s zoektocht tentoonspreidt: Il est à vous.


Interview met de regisseurs

Hoe komt het dat jullie Etangs Noirs opnamen in de Modelwijk? Hoe ontstond jullie interesse voor deze wijk? 

Vijf jaar geleden kwamen wij voor het eerst in de Lakense Modelwijk. We waren in de eerste plaats geïnteresseerd in de architectuur van de wijk. De wijk is enerzijds transparant opgebouwd, met een helder grondplan, en is anderzijds desoriënterend door de gelijkaardige woontorens. Het leek ons interessant om vormelijk aan de slag te gaan met de elementen die dit bood: de gespiegelde appartementen, de afstand tussen de torens, de verschillende dieptes, zowel horizontaal als verticaal. De wijk biedt een mooi landschap om personages fysiek door te laten bewegen: lange gangen, open pleinen, traphallen. Nog voor er een idee was voor een personage of plot, waren we geïnteresseerd in hoe deze plek zou kunnen inwerken op de lichamen van personages, als was de architect van de wijk, Renaat Braem, een scenograaf.
 
Het was dus deze plek van waaruit het verhaal, het scenario ontstond?
 
Vertrekkende vanuit het desoriënterend gevoel dat de gelijke woontorens oproepen, bedachten we een heel eenvoudige premisse: een postpakket wordt fout geleverd. Het appartement en de verdieping kloppen, maar de woontoren niet. Het pakket is gericht aan de bewoner van hetzelfde appartement in de tegenoverliggende woontoren. We wilden een kleine parabel maken over een concrete morele code: een personage dat een pakketje aan de juiste bestemmeling wil bezorgen. Dit verhaal is letterlijk de hele film. De film opent met het pakketje in de handen van Jimi. We zien hoe hij zoekt, rondloopt, inbreekt, het pakketje verliest, ervoor vecht en het terugvindt. Wanneer de zoektocht eindigt en de handen het pakketje loslaten, kan de film enkel even abrupt eindigen als hij begon. Door de film op te vatten als een ‘detective’, met het postpakket als MacGuffin, hadden we een concreet narratief van waaruit we zowel met de architectuur als met de mensen van deze wijk aan de slag konden gaan.
 
Jullie spreken over een ‘tocht’, over ‘een parcours’ en verbinden dit aan de architectuur van de wijk. Waarom deze nadruk op het fysieke?
 

We wilden vermijden een milieuschets van de wijk te maken. Toen we ons scenario schreven, wilden we de Modelwijk niet afbeelden als een ‘milieu’, maar als een plek met een concrete scenografie die een directe impact heeft op de bewegingen en lichamen van de acteurs. De Nederlandse filmmaker Johan Van der Keuken sprak erover hoe een fysiek parcours een innerlijke wereld kan blootleggen in film: als je het zo bekijkt, dan verandert de fysieke inspanning, het lichamelijke werk, het bewegen en verplaatsen van het lichaam, de slijtage van het lichaam in het thema van de moed. Ja, ik zie daarin een heroïsch thema. Die heroïek uit zich in de onverzettelijkheid van Jimi en het fysieke spel van de acteur. Pas wanneer die zich in de wereld beweegt, ermee in botsing komt, krijgen we zicht op het personage van Jimi.
 
De acteurs zijn allemaal bewoners uit de wijk. Vanwaar deze keuze?
 
Het was niet ons initiële idee om te werken met bewoners uit de wijk. De Modelwijk wordt vaak gebruikt als locatie voor politiefilms en thrillers. De wijk moet dan bijvoorbeeld een Parijse banlieue voorstellen en wordt zo in de eerste plaats ingezet omwille van zijn spektakelwaarde. We voelden dat de bewoners hierdoor een wrange verhouding hadden met camera’s. We bevonden onszelf tussen onze intentie om fictie te maken en de realiteit van deze plaats waar we niet omheen konden. De vraag werd dus eerder of wij daar, met hen, een film mochten maken en niet of zij in onze film mochten meespelen. Zo ontstond de keuze om met de bewoners aan de slag te gaan en de wereld van de Modelwijk ons fictieverhaal te laten beïnvloeden. We drukten uitnodigingen voor audities en kregen in het wijkcentrum een lokaal waar we met de geïnteresseerden konden werken. Op deze manier vonden we onze acteurs.
 
Hoe vertaalt dit zich in de uitwerking van de personages?
 
We hadden op voorhand de personages enkel in grote lijnen uitgetekend en dit alleen in functie van het narratief. Deze buur helpt, deze buur wil helpen maar kan niet, dit is de winkelbediende, … Tijdens de audities herschreven we sommige rollen of bedachten we een nieuw personage omdat we er een specifieke acteur graag bij wilden. Het was dus de persoonlijkheid van de acteur die de rol invulde. Ook hier wilden we niet met een vooropgesteld idee werken, maar ons laten verrassen en inspireren door de mensen met wie we werkten. We lieten de acteurs elk op hun eigen wijze een personage vormgeven. De ene deed dit uitbundiger dan de andere. De ene speelt meer ingehouden, de andere meer expressief. Het persoonlijke zit hem net in hoe acteurs hun personage belichamen. Wij kijken graag naar acteurs die je expliciet ziet spelen. We houden bijvoorbeeld van de uitbundige speelstijl van acteurs in de films van Pier Paolo Pasolini of Glauber Rocha. Je ziet een acteur aan de slag gaan met een dialoog, met een personage. 
Voor de rol van Jimi keken we uit naar een enigmatische acteur. Maar de specifieke invulling die Cédric Luvuezo aan dat personage gaf, verraste ons. Hij speelt edel, gracieus. Wij leerden dat personage pas zelf kennen toen Cédric hem speelde. We wilden dat personage niet enkel bevrijden van een determinerend milieu, maar ook van een determinerende psychologie. Daarom geven we geen ‘background story’. Er is geen verleden dat determineert, geen toekomst die laat verlangen. Er bestaat alleen het hier en nu van de scène.  
 
De andere locatie waar jullie werkten was de Brusselse metro. Waarom kozen jullie voor die locatie?
 
We hebben geprobeerd deze bekende plek, met al zijn kleuren, geluiden, beweging uitzonderlijk te maken: Jimi kijkt en luistert verscherpt naar de wereld rondom hem. Het dagelijkse wordt in het licht van zijn zoektocht mysterieus. Via het narratief vestigen we onze aandacht op de materialiteit (klank, ruimte, kleuren) van deze plekken. We waren ook geïnteresseerd in de spanning tussen de oncontroleerbare realiteit van deze plek en de fictie van ons scenario. Deze spanning is aanwezig in het acteren. De acteurs bewegen zich tussen de ‘echte reizigers’. Vaak merken de reizigers de acteurs op, of moeten de acteurs en camera anticiperen op onverwachte interactie met de wereld rondom hen. Deze manier van werken leverde een grillig, maar wel spannend resultaat op.
 
Hoe is de verhouding opnames-montage? Waren er grote inhoudelijke verschuivingen?
 
Tijdens de opnames hadden we onszelf een aantal spelregels opgelegd, waaronder het werken vanuit één lange take per scène. Dit fungeerde als een kader dat ons op een specifieke wijze liet denken over spel, mise-en-scène en cameravoering. Tijdens de montage met Dieter Diependaele lieten we de vooropgestelde ‘spelregels’ echter los en zochten we vanuit het gefilmde materiaal naar het juiste ritme. 

 

Alphonse Dubois

← Ga terug