20 sep 2021 - Bourla Antwerpen Bosse Provoost

BART MEULEMAN: Hoe heb je gewerkt aan de kostuums voor Indoor Weather

CARLY RAE HEATHCOTE: Het was een spannend proces en soms ook zenuwslopend om erachter te komen wie de personages binnen dat grote ecosysteem precies zijn. Ze mochten niet te anekdotisch worden – kostuums kunnen de neiging hebben om op een of andere manier anekdotisch te worden. Hoe we ons kleden zegt vaak heel concreet iets over wie we zijn.  De personages in Indoor Weather mochten niet direct herkenbaar zijn. Het was een hele zoektocht om te associëren met materialen en texturen, en dan de juiste vormen te vinden die die associaties konden dragen, zonder dat het allemaal te duidelijk werd. Ik zocht dus naar kostuums die je niet helemaal kon begrijpen. 

BART: Zocht je naar abstractie? 

CARLY: Naar een vreemd conglomeraat van de dingen. Naar iets dat niet helemaal samenkomt. 

BART: Wanneer weet je dan of je juist zit? 

CARLY: (lacht) Da’ s heel moeilijk. Het was een voortdurende wisselwerking tussen wat praktisch was en wat ik vooraf had bedacht. Lobkes kostuum bijvoorbeeld heeft onder haar kostuum nog drie lagen, dus haar bovenste laag moet groot genoeg zijn om die allemaal te omvatten. Ook de performers zelf waren van invloed. Nathan vertelde me bijvoorbeeld vanuit welke mentaliteit zijn instelling als performer is gegroeid. Met die informatie kon ik beginnen zoeken naar een palet van materialen en texturen, en zo werd de vorm van wat hij draagt langzaam duidelijk. 

BART: Lieten Bosse en Ezra je vrij? 

CARLY: Nogal ja. 

BART: Jouw bijdrage tot het geheel was autonoom? 

CARLY: Mijn bijdrage was vooral dienstbaar aan het geheel, denk ik, niet aan de smaak van Bosse en Ezra. De personages moesten aanwezig zijn en toch niet teveel opvallen, ze moesten kunnen verdwijnen of subtiel aanwezig zijn. En ze moesten natuurlijk in balans zijn met elkaar. Met uitzondering van de ‘kabelman’ dan (lacht). Die is extremer. 

BART: Was de ‘kabelman’ jouw idee? 

CARLY: Nee, in zijn geval was ik wel ‘dienstbaar.’ Maar hij bracht leuke vragen naar boven. Moeten we hem nog als mens erkennen? Hoe geef je hem vorm? Er waren zoveel associaties. We zijn bijvoorbeeld ooit bezig geweest met Moby Dick, met het ‘gevoel van de zee’, en het hoofd onder die kabels is gebaseerd op een diepzeeduiker. Er was dus altijd iets om van te vertrekken. Maar het mocht nooit anekdotisch of te duidelijk worden. 

BART: Is sciencefiction een onderdeel van je eigen artistieke horizon? 

CARLY: Zeker (lacht).

BART: Wat trekt jou erin aan? 

CARLY: Er zit een element van kitsch in dat ik bevrijdend vind. Het is bevrijdt van goede smaak. Maar wat me er het meest in aantrekt, is het groteske. Er is iets destabiliserend aan. Ook sciencefiction heeft vaak met textuur te maken, als dingen slijmerig zijn, bijvoorbeeld, of gemuteerd. Ik ben in mijn werk vaker bezig met het groteske, maar eerder op microniveau. Niet met de vervorming van het hele lichaam, maar eerder in de richting van het minder herkenbare. Daar ben ik min of meer altijd mee bezig. Dat zei ik ook in de eerste gesprekken met Bosse en Ezra: dat heb ik jullie te bieden. 

← Ga terug