20 mrt 2019 - NTGent Hannah De Meyer

New skin van Hannah De Meyer gaat over geboren worden: uit maar ook in de schoot van de aarde, met onder het vel van de nieuwgeborene miljoenen jaren aan cultuur- en biologische geschiedenis. De solo maakt ons bewust van de onlosmakelijke verbondenheid van het individu met zijn kosmische oorsprong.

Hannah De Meyer schreef, neen, sculpteerde een lavastroom aan woorden die ter plekke stollen tot beklijvende beelden. Ze voert je doorheen de genesis van al wat is naar het punt van haar eigen zelfbewuste ontwaken, al mens, als vrouw, als mondig wezen. Door de voortdurende terugkoppeling tussen het ik en het grotere geheel is new skin geen monoloog maar een meervoudig spreken, waarin oeroude stemmen meeklinken.

De scouts van het Antwerpse Toneelhuis hadden het goed gezien: De Meyer (°1988, afgestudeerd aan de Performanceopleiding van Toneelacademie Maastricht in 2015) is de combinatie van een uitzonderlijk auteur én podiumtalent. Met het wrede relatiespel Solace (2015) won ze onder meer de Artes Jongtheaterschrijfprijs, daarna maakte ze het exuberante ÜBERDRAMATIK (2016) en in 2017 verraste ze op Theater Aan Zee in Oostende met Levitations: een gedachtenbouwsel dat ze alleen op een kale bühne steen voor steen, woord voor woord stapelt – elke frase fysiek articulerend met haar katachtige lichaam.

Toneelhuis vroeg De Meyer voor P.U.L.S., het jongemakerstraject richting grote zaal, maar uit de recente tussenstand bleek al dat het onzeker is of De Meyer ooit iets zal maken voor de schouwburg. Tot nu toe leent haar werk zich het best tot de vlakke vloer en de fysieke nabijheid van het publiek. In die intimiteit slaagt ze erin om, louter met tekst en lijf, een hypnotiserend universum te scheppen.

Dat is opnieuw het geval in new skin, een performance waarin elk woord spontaan het volgende lijkt te baren. De Meyer start off scene. Haar stem verwelkomt ons vanuit de coulissen: Hi restless souls. How are you tonight? Ze maakt ons bewust van de context waarin we ons bevinden: we zitten in een theaterzaal, hier en nu. De voorstelling lijkt misschien een solo, maar ze is het resultaat van een collectief werk van technici, kostumière, lichtontwerper… Op dezelfde manier is De Meyer ook inhoudelijk niet enkel haar eigen spreekbuis, maar spreken inspiratiebronnen als Patti Smith, Mohamed Barrie, Ursula Le Guin… vanzelf met haar mee, naast nog heel wat andere namen uit de feministische en/of ecologische beweging. In het verlengde daarvan wijst ze erop dat elke mens een archief is waarin de geschiedenis van het universum ligt opgeslagen, waardoor zich ook sterrenstof, materie, plant en dier door de mens heen manifesteren.

Het verklaart misschien waarom we De Meyer uiteindelijk voor het eerst te zien krijgen in de gedaante van een… reptiel? Of een ander prehistorisch wezen? Haar tong en lippen maken plof- en klakgeluiden, haar torso wiegt heen en weer bovenop haar bekken, haar wat uitpuilende ogen staren ons aan als die van een gekko. Heel even maar kunnen we kijken naar deze fascinerende verschijning, daarna wordt de bühne opnieuw zwart, want De Meyer neemt ons mee naar het inktzwarte nulpunt van het before – nog voor de big bang. Opnieuw is er enkel haar stem die de verbeelding voedt. De lijzige dictie voert ons nog lichaamloze denken stap voor stap mee door de evolutie, via het eerste licht en leven tot op het punt dat we uiteindelijk in een lichaam kunnen worden geboren. We wandelen rond in een post-apocalyptische toekomst waar muurschilderingen en video’s getuigen van de manier waarop de voorgaande mens (de man!) zichzelf en zijn planeet al vechtend naar de verdoemenis heeft geholpen – een illustratie van de condition humain van nu, kortom.

In deze nieuwe mens(heid) schuilt de onrust van al zijn voorgangers, maar de Meyer beveelt hem de blik naar buiten te richten, naar de verbondenheid met de planeet, en vervolgens ook naar binnen, naar de navelstreng die het ik verbindt met zijn ontelbare voorouders die diep in zichzelf huizen. Nu vernauwt ze het narratief: van het ontstaan van het heelal en onze planeet via het ontstaan van de mensheid naar haar eigen ontstaan, haar geboorte. En ze begint te graven. In zichzelf, onder haar huid, doorheen vlees en botten, en tegelijkertijd door de vele aardlagen, want graven in zichzelf is graven in de tijd, naar het onderbewuste, waar pijn ligt opgeslagen, en kwetsbaarheid. Ze graaft in haar particuliere lichaam en in het collectieve lichaam van de aarde, tot ze bij de kern komt: een vloeibaar hart van lava. Een vreselijke reis is het, De Meyer huilt als een dier, je zit in trance te luisteren naar het geluid van dit jankende, lijdende wezen  – vechtend om zich van zijn machteloze stomheid te bevrijden.

De Meyer vervangt in new skin de verworvenheden van het huidige antropoceen (dat de individuele mens en zijn behoeften centraal stelt) door een meer holistische visie. Er zit onmiskenbaar een religieuze ondertoon in de beelden die ze daarbij gebruikt (bijbelse winden, een brandend hart), maar de idee is fundamenteel pantheïstisch – wanneer elk deel het grotere geheel in zich draagt, zorgen we maar beter verdomd goed voor alles wat leven heet te zijn. De Meyers visie op de verhouding tussen mens en natuur is overigens niet sentimenteel, haar discours bevat geen spoor van romantische nostalgie. De natuur is een wrede en onverschillige oerkracht, waartegenover de mens zich nederig moet opstellen. Wat wél mild stemt, is de voortdurende mogelijkheid tot regeneratie. De grootmoeder die haar kleinkind draagt bij de geboorte zal ooit bij haar sterven door dat kind worden gedragen – en zo gaat het leven door, eindeloos vervellend.

Hannah Arendt typeerde de mens als een ‘beginnend’ wezen en situeerde in die mogelijkheid tot steeds weer herbeginnen de politieke en sociale motor van verandering. De emancipatorische betekenis van new skin zit hem niet in de resem namen die De Meyer bij het begin noemt als inspiratiebronnen, maar in de manier waarop ze blootlegt dat zoiets op vele niveaus mogelijk is: opnieuw geboren worden, als een mens, als een vrouw, als een vrouw die (seksueel) durft te zijn, die durft te spreken. (In haar persoonlijke verhaal is de psychoanalytische inslag manifest, in de verbinding van een seksueel ontwaken met de act van het spreken.) Door het vrouwelijke lichaam op één lijn te stellen met dat geologische lichaam dat aarde heet, geeft de Meyer niet alleen stem aan haar eigen bewustzijn maar ook aan alle andere elementen die zich onder haar huid hebben verzameld – het innerlijke landschap van rotsen, planeten en voorouders. Het is een feministisch en ecologisch statement in één, tegelijkertijd zeer persoonlijk en intiem – bij momenten exhibitionistisch – en zeer politiek.

Het is waar: new skin is geen monoloog, het is een overdonderende polyfonie. Wat een tekst, wat een performance. Wat een voorstelling.

← Ga terug