BART MEULEMAN: Kristien, hoe comfortabel is het om als actrice niet centraal te staan en om de hoofdrol over te laten aan het ‘technische apparaat’ van de theaterzaal?
KRISTIEN DE PROOST: In het begin was het niet comfortabel. Het is maf hoe je d’office alle aandacht trekt als je spreekt en beweegt op een scène. In die zin is het wel fijn om te zoeken wat je moet doen opdat dat niet gebeurt. Ik kan nu pas zijn. Het feit dat je weet dat alles bezig is en dat je niet de enige focus ben, is uiteindelijk toch wel comfortabel.
BART: Na de nodige worsteling?
KRISTIEN: Ja, maar het was voor die zoektocht dat ik mee wilde doen, omdat ik dat heel spannend vond. Ik was er benieuwd naar hoe we dat zouden vinden. Ik weet nog niet zeker of we het gevonden hebben, maar we zijn wel op goeie weg, denk ik.
BART: Je bent eigenlijk een ‘randpersonage’?
KRISTIEN: (lacht) Letterlijk. Maar als ik kijk naar wat ik doe, met de volle focus op de mens of de speler, of op de tekst… Dat vind ik hoe langer hoe moeilijker om te aanvaarden. We denken altijd dat we centraal staan, in de wereld en in de natuur. Theater is daar een extreme afspiegeling van. Ik had daar nooit zo letterlijk over nagedacht tot die vraag van Bosse en Ezra kwam. Hoe verander je dat? De moeilijkheden die je daarbij ervaart zijn wel mooi naast de moeilijkheden met het milieu te leggen.
BART: Theater is per definitie een plek waar de mens centraal staat. Als hij niet meer centraal moet staan, betekent dat dan ook dat theater een ouderwetse kunstvorm is?
KRISTIEN: Spelen en je dingen verbeelden is zo oud als de mens, zo lang er mensen zijn gaat het podiumgebeuren blijven bestaan. Het is een oude kunst, ik zit daar soms mee gewrongen. Maar het live gebeuren, het feit dat mensen iets doen en andere mensen daar bij zijn, op een moment, in een ruimte, met of zonder licht, met of zonder acteurs, is wel iets dat gaat blijven. Niet zoals we nu hebben meegemaakt met streaming. Erbij zijn blijft belangrijk. Is dat ouderwets? Het is een groot verlangen om dingen te delen met anderen, of samen naar iets te kijken. Al is het een zonsondergang. Een tribune te zetten en daar met honderd op te kruipen en naar iets te kijken: die afspraak is voor mij theater.
BART: Bij een zonsondergang speelt de zon de hoofdrol. Je zou kunnen denken aan theater als kunstvorm waarin de mens zijn eigenlijk onbelangrijkheid laat zien. Indoor Weather is daar misschien een voorbeeld van.
KIRSTIEN: Of toch een zoektocht naar.
BART: Wat betekent It van Inger Christensen voor jou? Jij bent de ‘drager’ van deze tekst in Indoor Weather.
KRISTIEN: Het is een ongelofelijk schone tekst. De zoektocht was om hem geen uitleg te laten zijn. Het zijn woorden die je blijven ontsnappen, terwijl ze toch heel concreet zijn. Wat Inger Christensen probeert te doen is vastleggen hoe iets vanuit niets ontstaat. Toen ik hem leerde dacht ik soms: ja, nu begrijp ik hem. Als ik hem dan opzegde dacht ik: maar nee, het is helemaal anders. Het is de uitdaging dat toe te laten in het spelen. Maar dat is niet evident (lacht). Het is een tekst waarin een idee altijd wordt gevolgd door een idee dat daar tegenin gaat, of dat nuanceert, en dat bijna eindeloos. Mijn spelingang is nu te doen alsof ik het allemaal voor me zie. En dat is wel comfortabel, om op je eerste vraag terug te komen, omdat ik mij nu in een geheel voel zitten. In het begin was die stem too much, als een soort ontstaansverhaal boven al de rest. De woorden die toch weer gaan zeggen wat het precies is. Daarna werd de tekst overspoeld door teveel geluid, waardoor je hem niet meer hoorde. Nu heb ik het gevoel dat de tekst één van de elementen is die samen bestaan. We zoeken naar een manier die ervoor zorgt dat je niet gefrustreerd bent dat je hem niet helemaal kunt volgen, maar dat er toch woorden van kunnen binnenkomen. Ik ben met die tekst een cel in een groter organisme.
← Ga terug