BART MEULEMAN: Hoe zou jij je rol bij Indoor Weather omschrijven? Waar moet of wil jij specifiek op letten tijdens de repetities?
LAURENS ANECA: Een van de belangrijkste dingen die ik doe is, samen met Bosse en Ezra, het overzicht bewaren. Er staat een bord in de zaal waarop je tien trajecten onder elkaar kunt zien. Je krijgt enorm kluwen van trajecten die door elkaar lopen. Dat vraagt veel overzicht.
BART: Is het dan een extreem technische voorstelling? Speelt de techniek de hoofdrol?
LAURENS: Hij speelt EEN hoofdrol, niet DE hoofdrol. Het vraagt enorm veel technische vaardigheid van iedereen, bijvoorbeeld van de mensen die boven aan de trekkenwand staan, en die in anderhalve minuut van groen naar geel moeten.
BART: Van groen naar geel gaan, wat betekent dat?
LAURENS: We hebben verschillende kleuren op de touwen aangebracht, waardoor de trekken naar verschillende hoogtes kunnen gaan. Als twee kleuren onderweg samenkomen, staan de trekken op een bepaalde hoogte. Als technieker weet je dan: ik moet in anderhalve minuut van die kleur naar die kleur. Dat vraagt enorm veel precisie. Ook licht en geluid worden ook op elkaar afgestemd. Je hebt bijvoorbeeld een bepaald geluid, en zoveel seconden daarna een lichtflits, waarna een bepaalde performer ervoor moet zorgen dat hij precies op die plaats staat, enz… Het is een soort van knikkerbaan met heel veel verschillende knikkers.
BART: Waar laat dat ‘de mens’ in deze voorstelling?
LAURENS: Als schakel in de ketting. Als iemand die dingen aanricht aan ‘iets’, en dat ‘iets’ reageert dan terug. De trekkenwand heeft evenveel belang als een performer.
BART: Kan dat een metafoor zijn voor hoe de mens zich zou kunnen opstellen of gedragen in de wereld, namelijk minder centraal?
LAURENS: Ja.
BART: Theater is een kunst waar de mens per definitie centraal staat, met zijn woorden, zijn gebaren, zijn lichaam. Is theater een ouderwetse kunst? Is een ‘lichaamloos’ theater de toekomst?
LAURENS: Zelfs bij voorstellingen van bijvoorbeeld Kris Verdonck, waar soms geen enkele performer aan te pas komt, zijn er nog altijd veel menselijke lichamen in de zaal aanwezig, en dat zijn de toeschouwers. We maken theater, kunst bij uitbreiding, voor mensen.
BART: Maar je laat iets zien wat mensen een veel minder centrale rol geeft?
LAURENS: Absoluut. We hebben ook altijd de neiging om te antropomorfiseren, om een object als mens te zien. Het is leuk om daarmee te spelen. De trekkenwand die bijvoorbeeld de adem verbeeldt. En dan denk ik aan mijn eigen adem. Maar het theater zal blijven bestaan. Met, voor en door mensen.
← Ga terug