Bart Meuleman: Eigenlijk is Levitations nog maar enkele maanden oud. Weet je dan al waarover je volgende voorstelling kan gaan?
Hannah De Meyer: Nee, maar ik zag recent een voorstelling die ik zo seksistisch vond, dat ik besloten heb tijdelijk alle mannelijke schrijvers uit mijn boekenkast te gooien. Handig, dat halveert in één klap het bronnenapparaat. Ik wil dat het werk een ode wordt aan de vrouwelijkheid, aan het vrouwenlichaam. In al haar tederheid, donkerte, kracht, lelijkheid, explosiviteit... Voor een eerste vormonderzoek ben ik onder andere paleolithische afbeeldingen van godinnen aan het bekijken. Vormen, inkervingen die terugkeren, dat is misschien een interessante vormentaal.
Ik ben – zoals iedereen, denk ik – bezig met de vraag: wat is een politiek werk, hoe moet een kunstwerk zich verhouden tot de maatschappij waarin het tot stand komt? Ik heb daar geen antwoord op. Maar het is heel inspirerend om te zien hoe iedereen daarmee bezig is, en hoe verschillende kunstenaars daar hun eigen antwoord op proberen te formuleren.
Bart: In jouw voorstellingen tot nog toe lag de nadruk niet op maatschappelijke thema’s.
Hannah: Ik vond een tijd dat ik maatschappelijke thema's moest mijden, omdat het zo'n wrange taferelen oplevert. Bijvoorbeeld, mensen die in een warme zaal naar acteurs kijken, die aangekleed zijn als vluchteling, terwijl honderd meter buiten het theater gezinnen op straat slapen en niet eens schoenen hebben. Dat zijn acute sociale problemen, mensen die doodvriezen in parken. Een oplossing daarvoor kan voor mij niet een voorstelling zijn die via vormen en metaforen het publiek een bepaald bewustzijn geeft en hen tot bepaalde handelingen aanzet. Dat is te traag. Die mensen zijn doodgevroren tegen dan. Of het is opnieuw zomer. Kunst kan niet de acties bewerkstelligen die nodig zijn tegenover dergelijke problemen. Dat is ook niet haar taak. Dat is de taak van de politiek. Of dat is onze taak als burgers, niet als kunstenaars. Zoals bakkers die taak hebben als burgers. Of zoals apothekers, schrijnwerkers en bankdirecteuren. Niet omwille van hun job, maar omdat ze burgers zijn. Omdat je leeft in deze wereld.
Toch heb ik de laatste weken boeken gelezen die zo straf zijn, dat ik de zin voel om bepaalde thema's aan te gaan. Bijvoorbeeld Zwijg allochtoon van Rachida Lamrabet. Ze maakte een video met een volledig gesluierde vrouw in de hoofdrol. De vraag waarrond het werk is opgebouwd is: kan je het vrijwillig dragen van een nikab beschouwen als een voorbeeld van het beroep doen op je individuele recht op privacy? Bijgevolg beschouwt Lamrabet het 'boerkaverbod' als een inbreuk op dit mensenrecht. Twee weken na de verspreiding van de video wordt ze ontslagen als juriste bij Unia (het centrum voor gelijke kansen). Haar boek schrijft ze als reactie daarop. Het gaat over de witte, Westerse norm die wordt opgedrongen aan minderheden. En over hoe het (gesluierde) vrouwenlichaam het territorium, het landschap is waarop het gevecht over die norm wordt uitgevochten.
Een ander voorbeeld is Tell me how it ends van Valeria Luiselli, over vluchtelingenkinderen die vanuit El Salvador, Honduras en Guatemala, via Mexico naar de VS vluchten. Ze vluchten vooral voor drugsoorlogen en- bendes die te maken hebben met cocaïnebouw en -handel. Een van de vele problemen onderweg is dat ze worden gekidnapt en als slaven ingezet. Hetzelfde wat nu ook in Libië te zien is: vluchtelingen die vanuit o.a. Nigeria, Ivoorkust, Mali, Soedan, via Libië de oversteek naar Italië willen maken en onderweg in Libië worden ontvoerd en verkocht als slaven. Door de migratiestromen ontstaan dus nieuwe vormen van slavernij.
Ik ga binnenkort – toevallig, ik wist niks van de hedendaagse slave trades toen ik de reis plande – voor vier weken naar Benin. Dat was een van de belangrijkste havens van waaruit Afrikaanse slaven naar de VS werden gevoerd. Het is ook de geboorteplek van de voodoo, als ritueel om in die onthechting een connectie te behouden met het thuisland, met de voorouders...
Bart: Kan een volgende voorstelling van jou dan gaan over hedendaagse slavenhandel?
Hannah: Het is niet mijn bedoeling een werk te maken over hedendaagse slavenhandel, of over vluchtelingenproblematiek, of over voodoo, of over het vrouwenlichaam in de maatschappij van nu. Het is me te nauw om het werk tot één thema te herleiden. Een werk moet kunnen ademen.
Ik sta ook huiverig tegenover op die manier communiceren over een werk. Toeschouwers moeten ook kunnen ademen. Ze moeten in een werk kunnen lezen wat ze er zelf in lezen. Het publiek en het werk moeten worden vrijgesteld van de bedoelingen van de maker.
Maar al deze tekens en elementen zijn wel aanwezig. Ik kom ze toevallig tegen, en ik ga ze verbinden tot een wereld. Welke vorm die gaat aannemen en waar de accenten gaan liggen, weet ik nog niet.