08 okt 2019 - La Bastille, Parijs Bosse Provoost

Victor Roussel: In welke zin heeft de poëzie van Celan u geinspireerd?  

Bosse Provoost: De poëzie van Paul Celan was de meest ingrijpende ontmoeting ooit met het werk van een andere kunstenaar. Hij ontwikkelde een poëtica over onderwerpen die buiten de reikwijdte van de taal lijken te liggen. In de bundel Renverse du souffle schrijft hij vanuit het perspectief van iemand die de Shoah overleefde (of niet). In Partie de neige laat hij een stem horen die vanuit de dood spreekt; hij visualiseert zijn eigen dood, of veeleer, hij stelt zich voor ‘dood te zijn’. Voor Matisklo zijn we vertrokken van deze twee bundels. Als auteur lijkt Paul Celan op een alchemist. Hij gaat op zoek naar het heil in de taal, hij zoekt naar ‘inspiratiekristallen’. Maar zijn gedichten, de beelden en de ‘waarheid’ die ze bevatten, staan altijd op het punt om te vervluchtigen. Het is een bijna onmogelijke taal en het is niet altijd duidelijk tot wie hij zich richt: tot ‘ons’ of tot de doden? In tegenstelling tot wat sommigen beweren, ben ik ervan overtuigd dat in zijn poëzie een sterk verlangen tot communicatie vervat zit, dat de broze verbinding die hij probeert tot stand te brengen met diegenen die hij probeert te bereiken, belangrijk is. Ik was gefascineerd door het idee van een acteur die wanhopig probeert om onmogelijk te materialiseren beelden op te roepen, of van een acteur die in verbinding wil komen met iemand buiten zijn reikwijdte. Zo probeert een van de acteurs in Matisklo met een schoorsteen te praten. En de poëzie van Paul Celan stelt tegelijk de volgende vraag: kunnen wij, visueel en fysiek vormgeven aan dingen en zelfs entiteiten die het menselijk domein te boven gaan? Ik beeld me in dat ook wij proberen alchemisten te zijn. 

V. R.: Uw werk is als een heus ecosysteem, waarin elk element (licht, ruimte, taal, lichaam) tastbaar wordt. Wat betekent een theaterscène voor u? 

B. P.: Scenografie en licht hebben me altijd erg geboeid. Met Matisklo hebben we een voorstelling kunnen creëren die niet mogelijk was geweest zonder de steun van het Toneelhuis, vooral wat betreft de scenografie en de kostuums. De meeste jonge gezelschappen krijgen zelden de tijd of de kans om de technische en scenische middelen van het theater te exploreren. Mijn samenwerking met visueel kunstenaar en lichtontwerper Ezra Veldhuis was cruciaal. Wij werden geïnspireerd door Adolphe Appia en Gordon Craig, scenografen van het einde van de 19de eeuw, die droomden van een theater dat zich had bevrijd van de literatuur en zich vanuit zijn eigen elementen zou ontwikkelen: ruimte, licht, beweging. Het is wellicht daarom dat ik altijd de drang heb gevoeld om een soort afstand te creëren tussen de acteurs en het publiek. Om het hele theater tot ons te laten spreken is het volgens mij nodig dat de acteur versmelt met het decor en een deel van de omgeving wordt. Natuurlijk sluit dat deels aan bij het ecologisch discours van Bruno Latour,1 maar ik wil in de eerste plaats theater maken waarin de relatie tussen mensen niet centraal staat. Onze volgende creaties met Ezra Veldhuis, SUN-SET en Indoor Weather, zijn gebaseerd op het idee dat het theater benaderd kan worden als een ecosysteem, veeleer dan een instrument te zijn om verhalen te vertellen die alleen maar rond ons draaien. Veeleer dan werelden en beelden van buiten te reconstrueren, wat is de meteorologie van een theater?  

V. R.: Stilte lijkt een heel grote rol te spelen in uw werk. Is het een manier om het publiek nog meer te betrekken bij wat er gebeurt? 

B. P.: Volgens mij geeft stilte de toeschouwer een zekere verantwoordelijkheid tegenover de mensen rondom hem. Als je niet stil bent, verstoor je de voorstelling. Ik hou van die broze stilte die wordt geproduceerd door mensen die hun aandacht concentreren op wat er op het toneel gebeurt. Dat kan natuurlijk erg frustrerend zijn voor de toeschouwer die zich verveelt of die zich ergert, maar ik denk dat het soms belangrijk is om die aandacht van het publiek te verwachten, als we samen een betekenisvolle ervaring willen beleven. 

 

1 Bruno Latour: socioloog, antropoloog en wetenschapsfilosoof die de actor-netwerktheorie ontwikkelde en veel werkte rond ecologische en milieukwesties.  

← Ga terug