Werken voor de grote zaal
Timeau De Keyser: “Normaal gezien is de hiërarchie binnen het werkveld zo dat je eerst op locatie begint, daarna naar kleinere zalen zoals CAMPO doorstroomt, en pas wanneer je veertig of vijftig bent, mag je werk maken voor de grote zaal. Dat is onzin, want het gaat er natuurlijk niet om dat jonge makers niet in staat zouden zijn voorstellingen te maken voor de grote zaal, ze krijgen er gewoon de kans niet toe.” Met de ondersteuning die Toneelhuis biedt, zou dit binnen enkele jaren anders moeten zijn. “Maar ook de omgekeerde beweging zouden we moeten maken”, voegt De Keyser toe. “Oudere, meer ervaren makers kunnen ook waardevolle voorstellingen maken voor de kleine zaal of op locatie. Maar zodra ze de top van de piramide hebben bereikt, worden ze precies verondersteld alleen nog maar werk voor de grote zaal te maken. We zouden dat hele systeem veel horizontaler moeten bekijken.”
Over de stages bij de bondgenoten
Bosse Provoost: “Wij worden toegelaten in het werkproces van de coaches en dat is op zich al een kwetsbaar gebaar. Het is leerrijk om hen bezig te zien, maar dat wil allerminst zeggen dat wij gretig moeten opslorpen en overnemen hoe zijn het doen. Je maakt kennis met verschillende methodieken en daarbinnen zoek je je eigen weg.”
Timeau De Keyser: “Punt is dat het nu eenmaal anders is om een voorstelling te maken die een publiek van duizend toeschouwers kan bereiken, dan wanneer je iets voor de kleine zaal maakt. Het is heel interessant om te zien hoe iemand zoals Jan Fabre bijvoorbeeld dat syteem bespeelt. En in de realiteit komt het er gewoon op neer dat ik hen vragen kan stellen als ik ergens mee zit. Ze dringen hun advies niet op.”
Over regisseurs en collectieven
Timeau De Keyser: “Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat ik een regisseur ben, maar tegelijkertijd ook iemand die niet los van de context van zijn medewerkers bestaat. Ik wil dus niet groter op de poster dan de andere leden van Tibaldus. Iets gelijkaardigs leeft bij Kuiperskaai en de polen, de collectieven van Lisaboa en Bosse. Guy Cassiers heeft ons van in het begin gezegd dat hij niet zomaar voor vier mensen heeft gekozen, maar ook voor de hele dynamiek en de kunstenaars die zij in hun kielzog in Toneelhuis binnenbrengen.”
Lees hier het integrale artikel.
← Ga terug